Paragrafen

Onderhoud kapitaalgoederen

Civiele kunstwerken

Het onderdeel civiele kunstwerken betreft vaste en beweegbare bruggen en tunnels.

Beleidskader

We hanteren de landelijke en / of Europese (machine)richtlijnen en diverse landelijke aanbevelingsdocumenten.

Uitvoering

Vanuit onze beheersystematiek wordt een globale onderhoudsplanning opgesteld (primair op basis van de theoretische vervangingscycli). We voeren gedetailleerde inspecties uit volgens de CUR 117. Alle (ruim 500) bruggen en tunnels worden minimaal eens per drie jaar geïnspecteerd, op de aspecten 'heel' en 'veilig'. De inspecties en schouwen voeren wij periodiek uit (jaarlijks schouwen, 3-jaarlijks inspectie gehele areaal).
De technische installaties van de 14 beweegbare bruggen worden daarnaast jaarlijks geïnspecteerd op functionaliteit / storingsrisico en zijn in 2019 geïnspecteerd op de machine- en arbeidsmiddelenrichtlijn. Los van de technische consequenties hebben we procedureel de installatieverantwoordelijkheid nog niet geregeld. Dit zijn we momenteel aan het uitwerken.
Grootschalige renovaties worden niet uit het onderhoudsbudget maar als vervangingsinvestering gefinancierd. Eventuele volledige vernieuwing vindt plaats vanuit specifieke kredieten (na raadsbesluit).

Relevante ontwikkelingen

Landelijk is er zorg over de constructieve veiligheid van bruggen. Door de periodieke inspectie van alle kunstwerken hebben wij een goed beeld van de staat van onze de bruggen. Er zijn geen signalen dat voor de Zwolse bruggen de constructieve veiligheid gevaar loopt. Er is sprake van goede documentatie over de algehele constructie en over het gebruik (verkeersklassen, intensiteiten e.d.).
In 2020 hebben we de risicoanalyse van de (beweegbare) bruggen verder uitgewerkt. Vooralsnog lijkt het erop dat de risico’s op technisch falen nihil zijn. Door jaarlijks het beheerplan te actualiseren krijgen wij hier beter zicht op. De risico aanpak hebben we op een deel van de kunstwerken uitgevoerd – de aanpak voor het gehele areaal is in uitwerking.
De Europese regelgeving (bv arbomiddelen- en de machinerichtlijn) is bepalend voor de beheeropgave, die leidt een hogere investerings- c.q. onderhoudsbehoefte. We voorzien in 2023 een verhoging van de deze behoefte. Voor een aantal bruggen is daarom onderzoek gestart naar alternatieve mogelijkheden, gezien de functie van de kunstwerken en het aantal openingen per jaar. Dit zal in 2022 voorgelegd worden ter besluitvorming.
Naast het borgen van de constructieve veiligheid dienen we ook de installatieverantwoordelijkheid en de cyber security te borgen. De impact hiervan is in uitwerking en leidt tot een implementatieplan in 2022.

Risico’s

  • Financiële consequenties a.g.v. voldoen aan arbomiddelen- en machinerichtlijn.

Financiën

In 2022 is voor kunstwerkenonderhoud circa € 2,0 miljoen (inclusief € 587.000 voor kapitaallasten) beschikbaar. Voor 2022 is € 578.480 exclusief btw beschikbaar voor vervangingsinvesteringen voor kunstwerken (bruggen).

Deze pagina is gebouwd op 10/18/2021 14:22:54 met de export van 10/18/2021 14:10:12