Risico's
Renterisico over de vlottende schuld:
Kasgeldlimiet
Normaliter is kortlopende financiering (looptijd < 1 jaar) goedkoper dan langlopende financiering, maar heeft als risico dat de rentelasten sterk kunnen fluctueren. Daarom gelden er met betrekking tot het financieren met kortlopende middelen wettelijke voorschriften. Zo wordt de maximale gemiddelde omvang waarvoor gemeenten kortlopende leningen en schulden in rekening courant mogen aangaan bepaald door de kasgeldlimiet.
Deze limiet wordt volgens de Wet Financiering decentrale overheden (FiDO) berekend op basis van een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal. De totale omvang van het begrotingstotaal voor 2022 bedraagt € 642,9 miljoen. Derhalve bedraagt de kasgeldlimiet in 2022 € 54,6 miljoen.
Omdat de korte rente doorgaans lager is dan de rente voor langere looptijden streven wij normaliter ernaar de kasgeldlimiet optimaal te benutten. Echter in de huidige situatie van negatieve rente voor langlopende leningen kan het soms verstandig zijn eerder leningen met een korte looptijd om te zetten in leningen met een langere looptijd. In de Treasurycommissie zijn spelregels afgesproken voor het moment waarop we korte schuld omzetten in lange schuld (consolideren). Daarbij spelen rentevisie en liquiditeitsprognose een belangrijke rol.
Renterisico over de vaste schuld:
Renterisiconorm
Ook voor langlopende financiering (looptijd => 1 jaar) is in de Wet FiDO een norm ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de verschillende jaren te bewerkstelligen. Hierbij geldt een limiet van maximaal 20% per jaar over het begrotingstotaal. Dit houdt in dat wij in enig jaar niet meer dan een bedrag ter grootte van 20% van het begrotingstotaal aan herfinanciering dan wel renteherziening mogen hebben.
Uit onderstaand meerjarig overzicht blijkt dat voor de komende jaren het bedrag aan renteherziening en herfinanciering beperkt is en er wordt dan ook geen overschrijding voor deze jaren verwacht. Naast deze norm kijken wij naar de meerjarige financieringsbehoefte om de looptijd van nieuwe langlopende leningen te bepalen.
Omschrijving | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 |
---|---|---|---|---|
Renterisico | ||||
1a Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 463.000 | 6.822.000 |
1b Renteherziening op vaste schuld u/g | 0 | 0 | 463.000 | 0 |
2 Saldo renteherziening op vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 6.822.000 |
3 Verplichte aflossingen | 21.494.000 | 28.809.000 | 16.270.000 | 21.310.000 |
4 Renterisico op vaste schuld | 21.494.000 | 28.809.000 | 16.270.000 | 28.132.000 |
Renterisiconorm | ||||
5 Begrotingstotaal | 642.890.000 | 624.110.000 | 620.014.000 | 626.537.000 |
6 Toegestane percentage | 20% | 20% | 20% | 20% |
7 Renterisiconorm | 128.578.000 | 124.822.000 | 124.002.800 | 125.307.400 |
Samenvatting | ||||
Ruimte onder renterisiconorm | 107.084.000 | 96.013.000 | 107.732.800 | 97.175.400 |
Renterisico in % van het begrotingstotaal | 3,34% | 4,62% | 2,62% | 4,49% |
Kredietrisico:
Risico verstrekte leningen
De restant hoofdsom van de verstrekte geldleningen zal per eind 2022 naar verwachting circa € 16,6 miljoen bedragen. Hieronder vindt u een overzicht per categorie van deze verstrekte geldleningen per 1 januari 2022 en 31 december 2022. De verstrekte leningen voldoen aan de eisen gesteld door de Wet Fido en het Treasurystatuut 2019 of zijn expliciet door uw Raad goedgekeurd. Een gedetailleerd overzicht van de verstrekte geldleningen vindt u hier .
Categorie | Risicoprofiel | Verstrekt bedrag per | Verstrekt bedrag per |
---|---|---|---|
Woningcorporaties | miniem | 10.196.756 | 9.136.650 |
Veiligheidsregio IJsselland (brandweerkazerne Middelweg) | laag | 3.724.209 | 0 |
Achtergestelde leningen aan economische deelnemingen | laag | 3.386.297 | 3.386.297 |
Bijstandsleningen | laag | 3.016.000 | 2.822.000 |
Overige instellingen | laag | 910.341 | 731.407 |
Startersleningen via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland | laag | 690.212 | 515.212 |
Totaal verstrekte leningen | 21.923.815 | 16.591.566 |
Risico gewaarborgde geldleningen
Borgstellingen kunnen of via directe borgstelling of via achtervang plaatsvinden. Betrokkenheid van waarborgfondsen betekent dat de borgstelling wordt gedeeld. In dit geval is de netto geborgde schuld lager dan de restant hoofdsom van de lening. Blijkens onderstaande tabel wordt per eind 2022 een totaal netto geborgd bedrag verwacht van ruim € 537,9 miljoen, waarvan bijna € 526,7 middels achtervang waarborgfondsen en € 11,2 miljoen middels directe borgstelling. Een gedetailleerd overzicht van de gewaarborgde geldleningen vindt u hier .
Categorie | Risicoprofiel | Verwacht restant hoofdsom per | Verwacht netto geborgd bedrag door Zwolle per |
---|---|---|---|
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) | miniem | 755.464.640 | 188.866.160 |
Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) | miniem | 675.000.000 | 337.500.000 |
Hypotheekgaranties tot 1995 | miniem | 2.000.000 | 1.000.000 |
Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF) | laag | 308.254 | 308.254 |
Sportsector | laag | 1.813.261 | 1.571.128 |
Tiem B.V. | laag | 5.980.000 | 5.980.000 |
Overige maatschappelijke instellingen | middel | 2.769.010 | 2.769.010 |
Totaal waarborgfondsen / directe garanties | 1.443.335.165 | 537.994.552 |