Algemene en specifieke uitgaafrisico's
Renteramingen
De invloed van rentemutaties op onze begroting is met name gerelateerd aan de omvang van de kort geld financiering en de omvang van te herfinancieren langlopende leningen en van leningen waarvoor renteherziening gaat plaatsvinden. Voor de te financieren bedragen (financiering, herfinanciering en renteherziening) tot eind 2021 wordt uitgegaan van een rente van 1,0 %. Voor de kort lopende leningen wordt uitgegaan van 0 %. In de risicomatrix is het effect van 0,25% extra rentestijging verwerkt (post van ca € 0,175 mln. laag risico). De kans op tegenvallers t.a.v. renteramingen neemt toe, vooral indien de volgende situaties zich gelijktijdig gaan voordoen: stijgende renteniveaus, afnemende omvang van financiering met eigen vermogen en toename en/of snellere besteding van verleende investeringskredieten.
Loon- en prijsontwikkeling aan de uitgavenkant van de begroting
In de risicomatrix is het effect van 1% additionele stijging van lonen en prijzen voor de algemene middelen verwerkt (post van € 4,5 mln. midden risico).
BTW verrekenbaar.
Het is denkbaar dat in de toekomst BTW op investeringen waarbij meerdere partijen betrokken zijn, niet altijd en geheel verrekenbaar is. Begin 2020 zijn hierover signalen van de belastingdienst ontvangen. Het gaat met name om situaties waarin de gemeente voor een prestatie enerzijds een vergoeding van een derde ontvangt met btw en anderzijds tenminste een gelijk bedrag aan die derde betaalt (subsidieert) waardoor per saldo geen vergoeding voor een prestatie wordt betaald en dus geen sprake kan zijn van btw. De concrete situatie is benoemd in de vertrouwelijke risicoparagraaf. Mocht dit landelijk voor alle gemeenten gaan gelden dan heeft dit stevige financiële gevolgen. We onderzoeken en volgen de landelijke ontwikkelingen op de voet waarbij ingeschat wordt dat dit risico de komende 5 jaar zal blijven bestaan. Temeer daar de Belastingdienst hiervan op de hoogte is maar hierop nog geen actie onderneemt.
Aanbestedingsnadelen
Bij de onderhouds -en vervangingsopgave binnen het beheer van de openbare ruimte geldt heel en veilig als ondergrens. Uitgangspunt daarbij is een risicogestuurde en kostenefficiënte werkwijze. Als gevolg van marktomstandigheden (o.a. prijsstijgingen) kan het toch zijn dat geprogrammeerde werkzaamheden duurder uitvallen en niet binnen beschikbare middelen kunnen worden uitgevoerd. Indien als eerste beheersmaatregel niet getemporiseerd (of afgeschaald) kan worden -de minimale onderhoudsbehoefte tbv van een veilige en leefbare openbare ruimte moet immers worden gerealiseerd en gestelde kwaliteitseisen moeten worden behaald- resulteert dit in tegenvallers. Deze tegenvallers als gevolg van veranderende -soms grillige- marktomstandigheden zullen daarom t.l.v. de algemene middelen worden gebracht (na Berap melding).
Geothermie,
Voor het onderzoek naar de mogelijkheden van Geothermie is (via hoofdaanvrager provincie Overijssel) Europese subsidie (ELENA) verkregen. Indien niet aan de bij de subsidieverstrekking behorende prestatieafspraken kan worden voldaan, kan de toegekende subsidie worden teruggevorderd. Voor de gemeente betreft het risico € 131.000,-. De subsidietermijn is in mei 2021 verlopen. Via de provincie zal voor het gehele ELENA-project verantwoording worden afgelegd aan de subsidievertrekker. Het risico op terugbetaling is in overleg met de provincie zoveel mogelijk gemitigeerd.
Vennootschapsbelasting (Vpb)
Met de Belastingdienst is inmiddels overeenstemming bereikt over de waardebepaling van de openingsbalans per 1 januari 2016. De Belastingdienst is grotendeels meegegaan in de standpunten van de gemeente Zwolle. Dit betekent dat het risico van de verschuldigde vennootschapsbelasting van € 1 miljoen per jaar voor de jaren 2016 tot en met 2018 teruggebracht is naar nagenoeg nihil. Ook voor de jaren na 2019 en verder is het risico fors afgenomen.
De toekomstige vennootschapsbelastinglast zal voor het grondbedrijf beperkt zijn, maar is ook afhankelijk van factoren zoals de marktontwikkeling.
Voorlopig houden € 1 miljoen aan als risicobedrag met een midden risico van 50%.
Rechtspositie brandweervrijwilligers
De rechtspositie van brandweervrijwilligers is in strijd met de normen uit Europese en internationale regelgeving en jurisprudentie van het Europese hof. Er wordt binnen de VRIJ en landelijk gewerkt aan de verdere invulling van de rechtpositie van brandweervrijwilligers. Op twee onderdelen, kazernering en consignatie vrijwilligers, is met redelijke zekerheid te zeggen dat invoering zal plaatsvinden. Het gaat dan om meerkosten van € 700.000 vanaf 2022. Voor de overige € 1.000.000 zal later meer duidelijkheid komen mede ook omdat op verzoek van de tweede kamer verder onderzoek zal plaatsvinden naar de noodzaak. Uitgangspunt is momenteel dat het Rijk de extra kosten gaat compenseren. Of dit plaats gaat vinden en voor welk deel zal ook pas later duidelijk worden.
Wijze van subsidiëren
Voor bepaalde subsidies zijn geen subsidieplafonds bepaald. Dat zou ertoe kunnen leiden dat een budget overvraagd kan worden. Voor 2022 zullen de benodigde beheersmaatregelen zijn getroffen.
Beschermd wonen
De taak beschermd wonen is een regionale taak waarvoor een decentralisatie-uitkering van het Rijk wordt ontvangen.Inmiddels heeft het Rijk haar plannen gepresenteerd voor een herverdeling van de middelen per 2023. Op basis van de voorlopige uitkomsten ontvangt de regio Zwolle over een periode van 10 jaar € 12 mln. (ruim 20%) minder voor beschermd wonen. Door deze budgetkorting bestaat het risico dat een eerder ingeboekte besparing van €1,4 mln. op het regionaal budget niet langer gerealiseerd gaat worden en dat de besparingsopgave in het kader van de Hervormingsagenda van €1,25 mln. niet kan worden gerealiseerd. Het risicoprofiel is beoordeeld op hoog. De hoogte van risicobedrag is gebaseerd op het aandeel Zwolle in het regionaal budget.
Beheer Nooterhof.
In oktober 2018 is Landstede gestopt met het beheer van de Nooterhof. Voor de periode t/m 2021 is tijdelijke invulling gevonden. Mocht het niet lukken een nieuwe meer structurele partner te vinden die het beheer en de exploitatie op zich neemt, dan vervalt het beheer naar de gemeente Zwolle. Op basis van de ervaring van Landstede bedragen de jaarlijkse beheerkosten in een minimaal scenario € 80.000. Uitgaande van een kans van 50% dat het lukt een nieuwe exploitant te vinden, is er een risico van € 40.000 structureel. In het voorjaar van 2021 is een voorstel uitgewerkt voor de invulling vanaf 2022, dit voorstel zal onderdeel zijn van het zogeheten najaarsmoment.